Lage windmolens komen er alleen wanneer de Twentenaar er (extra) voor betaalt
In de Tubantia stond onlangs een verhaal met deze titel over een ondernemer, Harrie Evers die kleine lage windmolens prefereert boven grote windmolens.
Pure Energie, een projectontwikkelaar en exploitant van windturbines zegt dat kleine windmolens “niet haalbaar en niet realistisch” zijn. “
Een plan met lage windmolens alleen haalbaar zijn wanneer een ondernemer verlies accepteert óf de gemeenten extra subsidie verstrekken.”
Kleine windturbines worden regelmatig genoemd als alternatief voor (plannen met) grote windturbines. Hoe zit dat nu met groot versus klein?
Windturbines worden steeds groter. Aangezwengeld door de vraag naar steeds grotere windturbines op zee hebben we gezien we dat windturbines op het land ook steeds groter worden. Steeds maar groter betekent ook steeds beter zichtbaar. En met het beeld van grote windturbines in het Nederlandse landschap hebben steeds meer mensen moeite.
Toch zullen er op het land steeds meer grote windturbines verschijnen. Ze zijn nodig als Nederland over dertig jaar “van het gas” af is en volledig over is op duurzame energie. Alle grote windturbines op zee zetten is geen verstandige optie. Dan moet immers al die windstroom via nog veel meer hoogspanningsmasten dan nu (denk aan drie tot vier keer zoveel) over het land worden verdeeld.
Met een uitgekiende mix van wind op zee, wind op land en grote PV installaties, het liefst op daken van bedrijven, vraag- en aanbodsturing en opslag/conversie kan Nederland volledig van duurzame energie voorzien.
Heel zonnepanelen op daken van huizen zijn ook belangrijk, maar daarmee kan alleen de verwachte groei in de vraag naar elektriciteit in de gebouwde omgeving worden gedempt (schattingen lopen uiteen van 1.5-4% groei per jaar).
Met met alleen zonne-energie gaat Nederland het bij lange na niet redden, zelfs niet als er extreem wordt ingezet op energiebesparing. Daarvoor is te weinig ruimte en lopen productie- en consumptie-patronen te veel uit de pas. Dat zou alleen kunnen als er ook een gigantische opslagcapaciteit wordt gerealiseerd, maar dan worden de totale kosten atronomisch hoog.
Kleinewindturbines (kleiner dan 10kW, ofwel kleiner dan 10 m) zetten weinig zoden aan de dijk. Ze leveren per geinstalleerde kW veel minder stroom (kWh) en bovendien is de kostprijs van stroom uit zo’n kleine installatie (als alles meegerekend wordt) veel hoger, vaak nog hoger dan die uit een PV installatie op het dak.
De situatie wordt wat beter voor middelgrote windturbines (10-250kW) maar ook dan zijn de stroomkosten een stuk hoger dan die uit multi-megawatt windturbines.
Dus alleen in speciale situaties kan het zinvol zijn om kleinere windturbines te overwegen. Wind consult kan hierover deskundig adviseren
En voor wie zou denken dat kernenergie een alternatief is, dan moeten er zo’n 10 tot 12 nieuwe grote centrales gebouwd worden en ook drie á vier keer zoveel hoogspanningsmasten. Dat duurt 15-20 jaar en dan wordt de stroom minstens twee keer zo duur.